Photo by Harli Marten on Unsplash

 

Iedereen communiceert gedurende de hele dag. Er wordt veel gepraat, er wordt veel geluisterd. Maar luister jij altijd daadwerkelijk naar de ander? In de hulpverlening is er een aantal basis tools die je zou kunnen helpen, waarbij de nadruk ligt op het luisteren naar je gesprekspartner.

Denk bijvoorbeeld eens aan de aandacht die je je gesprekspartner kan geven, door op hem te reageren. Je kunt hiervoor stimulerende woorden gebruiken als ‘mm’ of ‘ja, ja’. Naast het reageren kun je ook zonder woorden aandacht schenken aan je gesprekspartner. Stel je voor dat je met iemand aan het praten bent, en diegene maakt geen oogcontact met je. Heb je dan ook het idee dat hij niet naar je luistert? Zo belangrijk is oogcontact dus! Als luisteraar is het belangrijk om oogcontact te maken, zo laat je zien dat je aandacht hebt voor de spreker.

Als je denkt dat je lichaamshouding geen invloed heeft op je gesprek, dan heb je het mis! Voor een prettig en open gesprek kun je het best in een hoek van 90 graden gaan zitten ten opzichte van je gesprekspartner. Op deze manier is goed oogcontact mogelijk, maar kan er ook af en toe weg gekeken worden. Je houding is net zo belangrijk. Zorg dus voor een  rechte rug en draai je schouders altijd richting je gesprekspartner. Tip: vouw je armen nooit over elkaar, dit zorgt voor afstand.

Ook wordt er in het werkveld veel gelet op de gevoelens die de gesprekspartner bewust of onbewust toevoegt aan zijn of haar boodschap. Wanneer je deze gevoelens benoemt, zal degene waar je mee praat merken dat deze geaccepteerd worden, waardoor hij of zij sneller meer zal uiten. Het geeft dus ook een veilig gevoel: Iemand voelt zich sneller vertrouwd bij jou om meer te vertellen en gevoelens te delen. Maar hoe zorg je hier dan voor?

Wanneer je het idee hebt dat iemand duidelijk zijn of haar gevoelens laat doorschemeren, is het een goed moment om in eigen woorden te zeggen wat je opmerkt. Let hierbij wel op dat je het gevoel van de ander goed omschrijft, dus dat je het niet opblaast of juist verzwakt. En toets altijd dat wat je opmerkt ook klopt door het simpelweg te vragen. Een voorbeeld van een zogenaamde ‘gevoelsreflectie’ kan zijn: “Ik zie en hoor aan je dat wat er is gebeurd je erg verdrietig maakt. Klopt dit ook?”

Wanneer je écht naar iemand luistert, zal dit de gesprekken tussen jullie makkelijker maken en zal de ander zich bij jou meer vertrouwd voelen.